ARCHIEF
2019
2018
2017
2016
2015
2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
« Harry Potter and the Half Blood PrinceAlain Delon in Mr. Klein »
Massa’s mensen zullen energiek opveren bij het horen van ‘Dominique -nique -nique’, het relipopliedje waarmee de Belgische Soeur Sourire in 1963 een wereldhit had. Maar na de derde keer begint het montere deuntje al een beetje te irriteren: het zuigt zich vast aan je hersenen en wil niet meer loslaten. En bij drie keer laat regisseur Stijn Coninx het niet in zijn biopic over Zuster Glimlach (in 1966 in ‘The Singing Nun’ vertolkt door Debbie Reynolds): als muzikaal thema symboliseert het liedje de artistieke potentie én beperktheid van zingende non Jeannine Deckers.
De voortreffelijke Belgische Cécile de France zet Jeannine aanvankelijk neer als een slungelige tiener die gitaar speelt, Elvis adoreert en niet geïnteresseerd is in jongens. Haar kille thuis, met een harde moeder en weerloze vader, zet Jeannine ertoe het klooster in te gaan. De gitaar wordt in beslag genomen en van The King aan de muur kan natuurlijk geen sprake zijn.
![[16-07-09] soeur_sourire.jpg](/blogfotoos/soeur_sourire.jpg)
Toch slaagt de ongedurige Jeannine, die de motoriek houdt van een bruusk bewegende puberjongen, er na enige strijd in haar muziek zelfs binnen de kloostermuren op te eisen. En wanneer haar religieuze meezinger de internationale hitparades verovert verkoopt het verhaal zichzelf: een fris glimlachende non die de deuren van de katholieke kerk opengooit en voor de goede zaak zelfs in rokerige studentencafe’s gaat zitten, haalt natuurlijk de cover van Paris Match. Tot verontwaardiging van moeder overste (Chris Lomme).
Met dit deel van haar levensverhaal kan regisseur Coninx (‘Daens’, ‘Koko Flanel’) goed uit de voeten, vooral dankzij zijn innemende hoofdrolspeelster die met korte coupe, vlinderbril en stevige enkellaarzen een soort wervelwind veroorzaakt in het gedisciplineerde kloosterbestaan. Maar de tragiek die onherroepelijk volgt op het snelle succes blijkt een stuk ongrijpbaarder. Coninx kiest voor een wat conventionele aanpak, waarbij bekende ingrediënten (drank, achterafzaaltjes, geldproblemen) langskomen, zonder Jeannine’s drijfveren en struikelblokken helder uit elkaar te trekken.
Was het naïviteit of hoogmoed te denken dat ze ook zonder pij aan de top zal blijven? Is Annie (Sandrine Blancke), haar wat halfslachtige geliefde, een muze of een obstakel? Coninx en zijn co-scenaristen blijven aan de oppervlakte waar je een interpretatie zou verwachten en schetsen de neergang bijna alsof het zo moest zijn. Zo blijft vooral de curiositeit van de zuster met de gitaar overeind. Ondertussen klinkt ‘Dominique, -nique, nique’ allengs wranger. Je wordt er evengoed horendol van.
Soeur Sourire
Regie: Stijn Coninx
Met Cécile de France, Chris Lomme, Sandrine Blancke
© RdL
Trouw
16 juli 2009
SOEUR SOURIRE
16
jul
2009
De voortreffelijke Belgische Cécile de France zet Jeannine aanvankelijk neer als een slungelige tiener die gitaar speelt, Elvis adoreert en niet geïnteresseerd is in jongens. Haar kille thuis, met een harde moeder en weerloze vader, zet Jeannine ertoe het klooster in te gaan. De gitaar wordt in beslag genomen en van The King aan de muur kan natuurlijk geen sprake zijn.
![[16-07-09] soeur_sourire.jpg](/blogfotoos/soeur_sourire.jpg)
Toch slaagt de ongedurige Jeannine, die de motoriek houdt van een bruusk bewegende puberjongen, er na enige strijd in haar muziek zelfs binnen de kloostermuren op te eisen. En wanneer haar religieuze meezinger de internationale hitparades verovert verkoopt het verhaal zichzelf: een fris glimlachende non die de deuren van de katholieke kerk opengooit en voor de goede zaak zelfs in rokerige studentencafe’s gaat zitten, haalt natuurlijk de cover van Paris Match. Tot verontwaardiging van moeder overste (Chris Lomme).
Met dit deel van haar levensverhaal kan regisseur Coninx (‘Daens’, ‘Koko Flanel’) goed uit de voeten, vooral dankzij zijn innemende hoofdrolspeelster die met korte coupe, vlinderbril en stevige enkellaarzen een soort wervelwind veroorzaakt in het gedisciplineerde kloosterbestaan. Maar de tragiek die onherroepelijk volgt op het snelle succes blijkt een stuk ongrijpbaarder. Coninx kiest voor een wat conventionele aanpak, waarbij bekende ingrediënten (drank, achterafzaaltjes, geldproblemen) langskomen, zonder Jeannine’s drijfveren en struikelblokken helder uit elkaar te trekken.
Was het naïviteit of hoogmoed te denken dat ze ook zonder pij aan de top zal blijven? Is Annie (Sandrine Blancke), haar wat halfslachtige geliefde, een muze of een obstakel? Coninx en zijn co-scenaristen blijven aan de oppervlakte waar je een interpretatie zou verwachten en schetsen de neergang bijna alsof het zo moest zijn. Zo blijft vooral de curiositeit van de zuster met de gitaar overeind. Ondertussen klinkt ‘Dominique, -nique, nique’ allengs wranger. Je wordt er evengoed horendol van.
Soeur Sourire
Regie: Stijn Coninx
Met Cécile de France, Chris Lomme, Sandrine Blancke
© RdL
Trouw
16 juli 2009