ARCHIEF
2019
2018
2017
2016
2015
2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
« Paul Newman 1925 - 2008Bottle Shock »
In ‘Het Zusje van Katia’ zit filmmaakster Mijke de Jong dicht op de huid van een eenzaam dertienjarig Amsterdams meisje. Haar Russische moeder is prostituee, haar oma is in de war en haar oudere zus Katia is druk met haar werk als stripper en een vaag vriendje.
Zowel de film als de regisseur is genomineerd voor een Gouden Kalf op het Nederlands Film Festival.
Na Bluebird is je hoofdpersoon opnieuw een meisje met een lastige leeftijd: dertien. Is dat ook lastig om mee te werken?
Ik vind het juist heel leuk. Het is anders dan met volwassen acteurs, met wie je steeds overlegt. Bij kinderen is het meer: observeren wat ze kunnen en daar gebruik van maken. Dat bokkige, die ontluikende seksualiteit, ik vind de puberleeftijd geweldig. Ik ga nog zo’n hartverscheurend portret maken over een meisje, van 16, 17. Dan ben ik er wel even klaar mee, en moest er maar eens een leuke feel good film komen.
Wat trof je het in het boek La Hermana de Katia van Andrés Barba, waarop het scenario is gebaseerd?
Onvoorwaardelijke liefde. Is dat echt, is het angst? Het boek is romantischer en heel lief, dat meisje is echt een engel. Het is geschreven in monologue intérieur, dat is moeilijk om te zetten in beeld. De film is realistischer. Maar toen hij die had gezien zei Andrés: we hebben hetzelfde meisje voor ogen gehad.
Je hebt veel straatopnamen gemaakt bij het Centraal Station waar het zusje een evangelist ontmoet. Hoe ging dat?
Best makkelijk eigenlijk.We werkten met een miniploeg en hadden het voordeel dat het meisje wat klein is: de camera bleef op haar ooghoogte. Daarmee ontwijk je alle mensen die in de lens kijken. En ach, Amsterdam, op die plek, iedereen heeft er haast en loopt door.
Engagement speelt een grote rol in je oeuvre. Maak je je ditmaal eerder zorgen over falend ouderschap of over de aantrekkingskracht van de Amsterdamse seksindustrie op vrouwen uit de hele wereld?
Geen van beide. Of eigenlijk: allebei! Maar voor mij begint een film bij een personage. Dat engagement zit ‘m in de context, in de relatie tussen personage en maatschappelijke omgeving. Dit verhaal gaat óók over een Russische immigrantenfamilie die uit vrouwen bestaat. Ik vond het geweldig om een tijdje tussen Russische vrouwen te verkeren. Het meisje is trouwens Bosnisch.
Sinds de Duyvendak affaire is er een hetze gaande tegen de krakersbeweging van de jaren tachtig waar jij deel van uitmaakte. Je maakte er de film In Krakende Welstand over. Zit er een nieuwe film in dat onderwerp?
Ik heb er al zoveel mee gedaan. Dus nee, ik denk nu niet: daar moet ik meteen iets mee. Maar goed, het is wel mijn verleden, misschien komt het toch wel weer bovendrijven.
©RdL
Trouw
1 oktober 2008
MIJKE DE JONG OVER HET ZUSJE VAN KATIA
1
okt
2008
Zowel de film als de regisseur is genomineerd voor een Gouden Kalf op het Nederlands Film Festival.
Na Bluebird is je hoofdpersoon opnieuw een meisje met een lastige leeftijd: dertien. Is dat ook lastig om mee te werken?
Ik vind het juist heel leuk. Het is anders dan met volwassen acteurs, met wie je steeds overlegt. Bij kinderen is het meer: observeren wat ze kunnen en daar gebruik van maken. Dat bokkige, die ontluikende seksualiteit, ik vind de puberleeftijd geweldig. Ik ga nog zo’n hartverscheurend portret maken over een meisje, van 16, 17. Dan ben ik er wel even klaar mee, en moest er maar eens een leuke feel good film komen.
Wat trof je het in het boek La Hermana de Katia van Andrés Barba, waarop het scenario is gebaseerd?
Onvoorwaardelijke liefde. Is dat echt, is het angst? Het boek is romantischer en heel lief, dat meisje is echt een engel. Het is geschreven in monologue intérieur, dat is moeilijk om te zetten in beeld. De film is realistischer. Maar toen hij die had gezien zei Andrés: we hebben hetzelfde meisje voor ogen gehad.
Je hebt veel straatopnamen gemaakt bij het Centraal Station waar het zusje een evangelist ontmoet. Hoe ging dat?
Best makkelijk eigenlijk.We werkten met een miniploeg en hadden het voordeel dat het meisje wat klein is: de camera bleef op haar ooghoogte. Daarmee ontwijk je alle mensen die in de lens kijken. En ach, Amsterdam, op die plek, iedereen heeft er haast en loopt door.
Engagement speelt een grote rol in je oeuvre. Maak je je ditmaal eerder zorgen over falend ouderschap of over de aantrekkingskracht van de Amsterdamse seksindustrie op vrouwen uit de hele wereld?
Geen van beide. Of eigenlijk: allebei! Maar voor mij begint een film bij een personage. Dat engagement zit ‘m in de context, in de relatie tussen personage en maatschappelijke omgeving. Dit verhaal gaat óók over een Russische immigrantenfamilie die uit vrouwen bestaat. Ik vond het geweldig om een tijdje tussen Russische vrouwen te verkeren. Het meisje is trouwens Bosnisch.
Sinds de Duyvendak affaire is er een hetze gaande tegen de krakersbeweging van de jaren tachtig waar jij deel van uitmaakte. Je maakte er de film In Krakende Welstand over. Zit er een nieuwe film in dat onderwerp?
Ik heb er al zoveel mee gedaan. Dus nee, ik denk nu niet: daar moet ik meteen iets mee. Maar goed, het is wel mijn verleden, misschien komt het toch wel weer bovendrijven.
©RdL
Trouw
1 oktober 2008